Een hoop hopen

25 februari 2015 - Chikwawa, Malawi

De afgelopen dagen hebben we zelf kunnen ervaren waarom dit het regenseizoen heet. Het regende minimaal de helft van de tijd, soms met bakken tegelijk, soms heel zachtjes. Maar er valt dus wel een hoop water en dat heeft een enorme impact op het leven in Malawi. Kinderen gaan niet naar school omdat ze anders kilometers door de stromende regen moeten lopen, afspraken worden verplaatst tot na de regen en sommige paden door de dorpen worden onbegaanbaar. Voor de kinderen betekent het ook dat ze lekker in de plassen kunnen spelen. Omdat wij weten hoe ziek de kinderen hier van kunnen worden omdat alle loslopende dieren door dezelfde plassen lopen en hier hun behoefte in doen, worden we minder vrolijk van het beeld van deze lachende kinderen dan op andere momenten. Voor de bouw van de stal heeft de regen uiteraard ook gevolgen gehad al lopen we nog prima op schema. De verwachting van de bouwploeg is dat vrijdag alles af is. Rekening houdend met de Malawiaanse berekeningen zouden wij heel blij zijn als zondag de bouw voltooid is. Dus daar hopen we vanaf nu op en het zou echt heel mooi zijn als dit lukt.

Maandag zijn we naar het kantoor van het WFP geweest om vooral Simeon, de chauffeur van alle projectmanagers van PostNL, te zien en te spreken. Dit was gelijk een goed moment om te bespreken wat volgens het WFP de beste noodhulp is op dit moment. Ook de medewerkers van het WFP gaven aan dat mensen nu vooral behoefte hebben aan voedsel en zaden. Dit bevestigde wat we eerder al hadden gehoord dus deze hulp zullen we dan ook vooral gaan bieden. Na het bezoek hebben we rondgelopen in Blantyre om een goed beeld te krijgen van de kosten van een schrift, een schooluniform, pennen én hebben we toch ook maar wat offertes voor een waterpomp opgevraagd. De zakenmensen in Malawi willen altijd wel iets extra’s doen als het om weeskinderen gaat en dat bleek ook nu. Alle prijzen die we kregen lagen uiteindelijk flink lager dan in Chikwawa terwijl het prijspeil hier normaal gesproken lager ligt dan in de grote stad. Aan het einde van de dag zijn we naar de stal geweest en dat begon toen al op een echte stal te lijken. De mannen hadden tussen de regenbuien door aardig wat metselwerk kunnen verrichten en ze waren flink opgeschoten.

Op een droger moment van dinsdag zijn we lopend naar Kamuzu Bridge gegaan. Deze brug loopt over de rivier de Shire, één van de rivieren die de overstromingen veroorzaakt hebben. Vanaf deze brug konden we goed overzien welke stukken land een paar weken ervoor weggespoeld waren. Daar waar we eigenlijk maïsvelden moesten zien, zagen we nu braakliggend land of grote plassen. Nu we meer achtergrondinformatie hebben is het voor ons allemaal beter in perspectief te plaatsen. Bij iedereen die in ons dorp of in één van de omliggende dorpen woont heeft een stuk(je) land naast de rivier waar ze hun eigen voedsel op verbouwen. Dus bijna iedereen is ook getroffen door het water. Overal waar we keken zagen we of heel veel water liggen, of zand, of grassoorten die net aan het groeien waren. Als we goed ons best deden konden we in de verte nog wel wat maïsvelden zien, maar aan de andere kant van de weg zagen gelijk ook een tentenkamp van Unicef. Een groter contrast kun je je hier nu niet bedenken. De golvende gewassen die garant staan voor voedsel de komende maanden versus de tenten die zo goed als zeker betekenen dat de bewoners ervan de komende maanden helemaal niets meer hebben. Deze mensen hebben hopelijk de hoop op een beter bestaan nog niet verloren. De stal heeft er op deze dag rondom ongeveer een meter bakstenen bij gekregen.

Vandaag zijn we vroeg in de ochtend langs de lokale afdeling van het Ministerie van Onderwijs geweest. We hadden hier een afspraak gemaakt omdat we tijdens elke community meeting hoorden dat weeskinderen van school werden gestuurd omdat ze óf geen schooluniform hebben óf geen schrift/pen. Men heeft ons vaak om deze zaken gevraagd omdat de weeskinderen dan wel op school mogen blijven. En hier wilden we graag even over praten. In eerste instantie omdat wij het erg vinden als kinderen die niks hebben daar door hun school ook nog eens door gestraft worden. Ten tweede ook omdat wij zo’n 200 kinderen zouden willen voorzien van schriften en een pen, maar dat niet gaan doen als ze dan alsnog naar huis gestuurd worden omdat ze geen uniform hebben. De officier die ons ontving gaf aan dat kinderen niet naar huis gestuurd mogen worden en dat hij alle betreffende scholen vandaag nog zou bellen om dit nog een keer door te geven. Tevens zei hij dat hij echt niet wist dat dit voor kwam maar dat iedereen hem mag bellen als dit nog een keer zou gebeuren. Of hij het echt niet wist betwijfelen we zeer maar dat we zijn nummer aan alle chiefs door gaan geven weten we wel heel zeker. In het kader van de noodhulp hebben we ook de vrouw waar we eerder over spraken ontmoet en we hebben haar en haar kinderen hopelijk weer een sprankje hoop kunnen bieden. Toen we haar huisje verlieten zagen we een voorzichtige glimlach op haar lippen en dat gaf ons de hoop dat het hen straks wat beter gaat. Het deed ons verdriet om te zien hoe het leven deze vrouw tekende, nu maar hopen dat dat over een tijdje anders.

Na het zien van verdriet was er tijd voor heel veel plezier. Er was een voetbalwedstrijd georganiseerd tussen “ons” team van Voices en een team uit een ander dorp. Onze jongens liepen tijdens deze wedstrijd voor het eerst in hun nieuwe tenues die we meegenomen hebben uit Heiloo. Het was echt geweldig om deze knullen in de rood-gele tenues van HSV te zien spelen en ze waren trots op hun nieuwe outfit. De voorbije jaren bestonden hun clubkleuren uit een donkere bovenkant (gewoon shirt uit) en een broek die ze ook overdag aan hadden. Nu stonden ze allemaal in hetzelfde shirt en dezelfde broek te spelen. De wedstrijd werd er niet door gewonnen, 1-3, maar de coach hoopt dat zijn mannen door de nieuwe outfit een positieve boost gaan krijgen. En de muren van de stal hebben er vandaag, door de regen, slechts een klein hoopje stenen bovenop gekregen.

Hartelijke groeten,

Natasja en Dirk

Foto’s