Harde werkers

1 mei 2019 - Blantyre, Malawi

Als je het ziekenhuisterrein van Chikwawa betreedt loop je als eerste langs het mortuarium. We kwamen hier vandaag niet voor de eerste keer en we worden hier altijd meteen wat droevig. We hadden ook geen behoefte om verder rond te kijken zoals we bij eerdere bezoeken wel rondgeleid werden. We lieten het bij het officieel doneren van spullen waar het ziekenhuis iets mee kon. Tijdens het uitpakken van de drie volle koffers die we meegenomen hadden dachten we even dat we voor niets waren gekomen. De district health officer en zijn medewerkers bekeken de houdbaarheid van de spullen nauwkeurig en gaven enige zakken direct aan ons terug. Ook in Malawi is men strenger geworden op dit soort zaken, een teken van ontwikkeling waar wij even aan moesten wennen. Uiteindelijk werd toch bijna al het materiaal aangenomen waarbij men vooral blij was met de scharen, pincetten, steunkousen en baby- en kinderkleding. Dat laatste zal gebruikt worden voor baby’s die door hun moeder worden achter gelaten of waarvan de moeder tijdens de bevalling sterft. Een betere bestemming is er bijna niet.

Hierna verlieten we het ziekenhuis waarbij we wederom langs het mortuarium liepen. Terwijl wij dat deden begonnen vrouwen die voor her gebouw zaten hard te huilen. Bisschop Alufandika, de vader van John, stond er ook bij. Hij vertelde ons dat een jongen van 10 was overleden en nu naar zijn laatste rustplaats gebracht werd. Hier waren we wel een tijdje stil van. 

In de middag zijn we naar Lengwe Park gegaan. Om hier vanuit Chikwawa te komen kun je vervoer huren maar wij kozen ervoor om met de minibus en de fietstaxi te gaan. Deze rit op een fietstaxi doen is wat ongebruikelijk omdat het ongeveer 9 kilometer was waarvan het laatste deel door het natuurpark zelf ging. 

Fietstaxichauffeurs zijn in de regel geweldige mannen. Ze werken hard voor weinig geld, trappen de longen uit hun lijf in de hitte, zijn altijd vrolijk, kunnen enorme hoeveelheden spullen op hun fiets vervoeren en zijn ook altijd in voor een praatje als ze de Engelse taal machtig zijn. Wij maken er graag gebruik van. Zo’n kussentje op een bagagedrager zit ook echt heel lekker en je hebt tijdens een ritje de tijd om het Malawiaanse leven van dichtbij te bekijken. 

Dat kon bij deze lange rit helemaal goed. En wat ons vooral is bijgebleven zijn de mannen die in de suikerrietvelden, waar een groot gedeelte van de rit langs ging, aan het werk waren. Deze mannen waren het riet aan het snijden en waren helemaal pikzwart. Zoals wij het zagen kwam dat van het roet dat ontstaan was doordat de velden eerst in brand gestoken worden waarbij alles om het suikerriet heen verbrandt. In de velden zagen we ook enorme donkere wolken boven het riet uitstegen. Chiku vertelde dat deze mannen heel hard moeten werken voor letterlijk een hongerloon en dan zijn de omstandigheden ook nog eens zeer ongezond. De aanblik van de mannen deed ons wat denken aan de kolenmijnen of de brandweermannen bij 9-11. Het deed ons nog maar weer eens beseffen hoe bevoorrecht wij zijn, alleen maar omdat wij in Nederland zijn geboren. Tussen het betreden van de poort van het natuurpark en er nooit naar binnen kunnen zit een wereld van verschil. 

Morgen gaan we naar Mologeni voor de derde laatste clinic. We kennen dit dorp niet en weten zelfs niet eens waar het precies ligt. We weten alleen dat de mensen er zeer arm zijn en te ver van een ziekenhuis wonen om er enigszins gemakkelijk naar toe te kunnen.  

Foto’s